Politie schopt straatkinderen wakker
Door: René Poels
Blijf op de hoogte en volg René
16 Oktober 2008 | Brazilië, Rio de Janeiro
We wandelen met Leandro verder en proberen ons een weg te banen tussen de veel duizenden mensen van de ochtendspits in Rio de Janeiro die vanaf het station hun weg zoeken naar kantoren, bedrijven of winkels. Het verkeer raast voorbij met daar tussen tientallen volgepakte bussen. Richting centrum gaan we naar Lapa om nog meer kinderen te wekken en uit te nodigen voor de lunch (broodje met vruchtensap) en enkele activiteiten. Onder het aquaduct bij Lapa (naast het educatief centrum van Sao Martinho) slapen drie jongens op de stoep. We zien twee politiemannen naderen die de jongens lomp en hard in de buik trappen en op rug stompen met hun zware militaire schoenen aan. De kinderen, Emerson (10), Urratan (13) en Patrick (10) zijn in een klap wakker. Dit gebeurt in een land met de meeste progressiefste jeugdwet van de wereld. Op papier! Veel politiemensen leven en handelen nog zoals ze dat gewend waren tijdens de militaire dictatuur. De drie kinderen krijgen te horen dat ze meteen moeten oprotten en niet meer mogen terugkomen, anders worden ze vermoord, is de harde boodschap. Waar moeten deze jongens heen, mijnheer(!) de agent? De jongens zien Leandro en zoeken hem op om bescherming. Het centrum van Rio moet en zal verschoond blijven van straatkinderen met het oog op de burgemeestersverkiezing en het naderende toeristenseizoen, is de uitleg van de straathoekerkers voor het harde optreden van de politie.
Later die ochtend treffen we een groep van 10 straatjongens in het Park Parijs, gelegen tussen het stadscentrum en het strand. De kinderen krijgen brood en drinken terwijl de straathoekwerkers contact proberen te krijgen. Enkele jongens zijn zwaar onder de crack, een chemisch afvalproduct van cocaïne en nu volop in de handel in Rio. De kinderen worden van dat spul agressief en na veel gebruik is het zelfs dodelijk. De crack is een van de grootste vijanden op dit moment, zegt Leandro.
Wat motiveert mensen als Leandro om dit werk te doen. Is het geen druppel op die bekende gloeiende plaat. “Neen, neen”, zegt hij resoluut. “Ik heb een persoonlijke en een sociale motivatie geïnspireerd door mijn politieke en maatschappelijke opvattingen. Er leven ruim zevenhonderd echte straatkinderen dag en nacht in de openlucht onder erbarmelijke omstandigheden. Ze hebben dringend hulp nodig. Als wij het niet doen, doet niemand het en wordt deze probleemgroep alleen maar groter. Bovendien is er geen toekomst: de meeste kinderen worden of doodgeschoten of gaan het criminele pad op. De officiële instanties prediken het beste maar doen niets. Bovendien zijn recent twee grote straatkinderenorganisaties gestopt vanwege gebrek aan geld. Wij geven de kinderen een kans. Als we een klein deel van de groep kunnen redden is dat al winst. Elk kind is het waard om voor te strijden. Als wij opgeven is niemand die wat doet. Als we met AMAR elk jaar zestig straatkinderen echt kunnen helpen door ze drugsvrij en van de straat te krijgen en naar school te sturen of om te gaan werken laten we de rechtse politici in Rio de Janeiro zien dat het kan: wij zijn een voorbeeld organisatie voor de overheid hoe je deze kinderen moet helpen: niet door de schoppen, ze te verjagen, op te sluiten in het gevang of door te schieten maar door ze een sociaal programma aan te bieden”.
Na verloop van tijd komen enkele jongens wat los en gaan ze met de leiders vliegers maken en vervolgens oplaten. Ze kunnen vliegers kiezen met het embleem van hun favoriete voetbalclub. Het werken met de vliegers werkt geweldig positief. De kinderen die nauwelijks enige concentratie hebben maken samen met de sociale medewerkers van AMAR deze vliegers en vervolgens gaan ze vliegeren. Dat vergt veel kunst en vliegwerk. Constant maken ze trekkende bewegingen aan het dunne vliegertouw om hun vlieger hoog te houden. De kinderen beleven veel plezier. “Spelender wijze wordt op deze wijze concentratie bijgeleerd”zegt Leandro. Half twaalf is het einde van de sessie en worden de kinderen uitgenodigd naar het nieuwe thuis te komen. Daar krijgen ze warm eten, een douche en kunnen maatschappelijke werkers werken met hen.
Later zitten we aan tafel in het nieuwe huis Sao Cristovao (gebouwd met geld van de Stichting Sint Martinus dankzij een grote gift van een scheidende specialist cardiologie uit Nuenen en medefinanciering van NCDO en Wilde Ganzen). Het is een prachtig functioneel gebouw waar op dit moment vijftig –veelal favela kinderen en straatkinderen- een dagprogramma volgen. Samen eten we Braziliaanse kost met de straatkinderen. Tijdens het eten melden zich enkele straatkinderen die we eerder bij het vliegeren zagen. Ze rennen op ons af en omhelzen ons. Het ‘tuig’ van Rio, zoals velen de straatkinderen bestempelen, zijn kinderen die net als onze kinderen behoefte hebben aan liefde en warmte. Ik denk even terug aan de uitspraak van Leandro: elk kind is het waard om voor te strijden.
Dankzij de sympatisanten en donateurs van de Stichting Sint Martinus kunnen wij mannen als Leandro helpen in die strijd. En dat voelt goed.
-
18 Oktober 2008 - 14:25
Piem En Servaas:
Interessante verhalen waar ik ontzettend bedroefd van word. En soms ook een sprankje hoop voor deze kinderen. Wat moet er nog veel gebeuren in onze wereld!
Groet en tot gauw.
Piem en Servaas
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley