Reisverslag Rio de Janeiro van dag tot dag
Door: René Poels
Blijf op de hoogte en volg René
24 Oktober 2008 | Nederland, Amsterdam
Donderdag 9 oktober:
Vertrek vanaf Dusseldorf met Air France/KLM naar Parijs (Charles de Gaulle airport) en vervolgens met een Boeiing 747-400 naar Rio de Janeiro. Totale vluchttijd 11.00 uur.
Vrijdag 10 oktober:
Aankomst Internationale Airport Rio de Janerio om 4.45 uur en na een redelijke vlotte pas- en bagagecontrole om 5.30 uur lokale tijd (10..30 uur Ned. tijd) bij de uitgang. Jan Daniels, onze bevriende Belgische ontwikkelingswerker van het Vlaams Internationaal Centrum haalt me op. Onderweg vertelt Jan over de spannende burgemeestersverkiezing in Rio, de invloed van de drugsmaffia, de dag van het kind aanstaande zondag, de macht van de politie en het feit dat straatkinderen nog altijd vogelvrij rondlopen. Straatkinderen die een paar slippers stelen worden in een van de strengste en onmenselijke gevangenissen van de stad opgesloten.
Na inchecken Hotel Florida even rusten en ‘s middags naar het Sociaal Centrum Lapa van Sao Martinho gewandeld. Ondertussen belt de generaal manager Leo Sales van Sao Martinho voor een afspraak.
Vlak om de hoek van het hotel struikel in bijna over twee slapende straatjongens. Ze liggen op het trottoir en hebben niet meer dan een versleten sportbroekje en een kapot t-shirtje aan. Hun benen zitten onder het zand. Ze zijn smerig. Verderop in een parkje staan, hangen en liggen tientallen straatkinderen. Links en rechts op straat veel bedelaars. Veelal oude vrouwtjes, zittend op de stoep hun handen vooruitstekend. Iedereen loopt voorbij. Het is erg druk. Kleurrijke mensen lopen voorbij, sommige zwijgend, anderen pratend of zingend. Een smeltkroes van culturen. Mooi volk, die Brazilianen. Tientallen mannen duwen karretjes, al dan niet beladen met papier, karton of hout karretjes vooruit. Overal staan of zitten arme mensen uit de favela’s met tweedehands en nieuwe spullen uitgestald. Je kunt het zo gek niet bedenken of de handelaars en handelaartjes bieden het te koop aan: van oude knuffels tot en met batterijen, telefoonaansluitingen, zonnebrillen sieraden, lingerie tot en met zelf gebakken koekjes of ‘vers’ gezette koffie uit een kan. Er zitten ook echte handelaren tussen die Braziliaanse hangmatten verkopen of dure horloges en brillen. Duizenden mensen, jong en oud proberen met deze verkoop op straat een schamel inkomen te verwerven. De Brazilianen noemen deze straathandel O Sector Infomal (de informele sector), omdat niemand geregistreerd is. Volgens economen in het land bedraagt deze straateconomie een derde tot de helft van de officiële economie. Opvallend zijn ook de vele lotenverkopers en schoenpoetsers die overal in de stad zitten. En veel mensen kopen loten en hopen op een wonder terwijl boven op de Corcovado-berg het Christusbeeld over de stad toekijkt. Rio de Janeiro bruist als altijd.
Er wordt opvallend veel gewerkt aan de wegen en stoepbestratingen en veel panden worden opgeknapt. Dat heeft, volgens mijn begeleider Jan Daniels, alles te maken met de aanstaande burgemeestersverkiezing. De huidige burgervader, die na 12 jaar stopt maar een eigen opvolger heeft gelanceerd, wil het volk nog een keer laten zien wat hij voor hun doet. Als de beoogde opvolger niet wordt gekozen, worden de werkzaamheden op straat niet meer voltooid, zo is de praktijk in dit land.
In de wijk Lapa, het hartje van de stad, bij het aquaduct valt meteen de kleurrijke gevel op van het Sociaal Educatief Centrum van Sao Martinho. Dat is door Braziliaanse kunstenaars via AbrahamArt Venray voorzien van sprekende graffiti. Achter deze kleurrijke gevel is de stemming somber vanwege aangekondigde bezuinigingen en ontslagen bij de straatkinderorganisatie São Martinho. Omdat er minder geld binnenkomt van onder andere de overheid en het project O Mundo do Trabalho (een werkgelegenheidsproject voor ex-straatkinderen) moet er gereorganiseerd worden, aldus de paters Kamelieten onder wier verantwoordelijkheid Sao Martinho functioneert.
In het centrum kort gesproken met Regina van het Werkgelegenheidproject Mundo do Trabalho, Lucimar Correa (assistent sociaal werkster die al 15 jaar bij Sao Martinho werkt) en Mauro, de vroegere pr-man die nu enkele klusjes komt doen. Het ziet er allemaal wat troosteloos. De keuken is dicht omdat de gemeente geen geld meer geeft voor maaltijden. De eetzaal dichtgetimmerd. Vrijwel geen activiteit. “Vanmorgen waren er kinderen”, zegt Mauro. Bij het verlaten van het centrum kom ik op straat allemaal straatkinderen tegen die ik ken van vorige bezoeken en van de foto’s die toen zijn gemaakt. Doelloos lopen ze wat rond. Een van de meisjes heeft en baby op haar arm, en ander meisje duwt en versleten kinderwagen waar de kleine in ligt te slapen.
Tegen de avond wandelen Jan en ik richting Jeannette Bouwmans uit Venray die in de volkswijk Sante Teresa een hostel is gestart voor o.a. vrijwilligers en studenten die stage lopen bij sociale projecten. Voor Nederlandse families is het een goed gevoel als hun kinderen hier onderdak krijgen terwijl ze stage lopen of vrijwilligerswerk doen. Een vier verdiepingen groot pand met verschillende kamers en keukens en een stenen tuin met zwembad met uitzicht over de metropool. Haar stichting Solrisa werkt samen met onze organisatie. Op dit moment zijn er twee vrijwilligers (Merel Alberts en Riëtte Kieft uit Voorhout) via Sint Martinus bij haar en werken ze bij AMAR.
De hostel is te bereiken via een bijzondere kleurrijke trap. De 215 treden overbruggen en hoogte van 125 meter. Maar het bijzondere is dat de hele trap en de gevels van de aanpalende woningen voorzien zijn van een mozaïek-kunstproject. Het levenswerk van de Chileense kunstenaar Selaron (hij kon een broer van Dali zijn) die al twintig jaar met dit project bezig is. Als hij ons vanuit het raam ziet roept hij ons binnen, verhaalt over zijn passie, toont schilderijen en knipsel van kranten die wereldwijd aandacht hebben besteed aan dit bijzondere project, en van de nieuwste attracties van Rio waaraan hij blijft werken tot zijn sterfdag. Mode-ontwerpers uit Milaan en Parijs laten op deze trappen hun modellen en nieuw mode zien en veel internationale popgroepen hebben er foto’s gemaakt voor de hoes van de nieuwe cd of een clip opgenomen zoals de bekende groep Snoop Dogy & Pharrel Williams.
Na een ontmoeting en etentje met Leo Sales gaan Jan en ik naar een bijzonder kindercircus nabij het Samba-drome. Het is een sociaal project (Circo Creser e vivier: circus groeiend leven) dat jaren gelden is opgezet mede door toedoen van een progressieve rechter. Zijn filosofie is dat je straatkinderen en kinderen van de krottenwijken een goed sociaal vormingsproject moet aanbieden, dat is beter dan dat de kinderen op straat rondhangen met alle gevolgen van dien. Binnen het circus krijgen de kinderen de gelegenheid om zich te ontwikkelen en allerlei kunstjes te leren voor het circus.
Her resultaat is een geweldig project waar honderden kinderen jaarlijks aan meedoen terwijl de beste van de groep gedurende de maanden augustus tot en met oktober elke avond circusvoorstellingen geven van een ongekend hoog niveau. We zijn getuigen van een wervelende en spectaculaire show met een prachtige professionele choreografie. Het doet mij denken aan Cirque Soleil. Ik maak een afspraak voor volgende week om dit project nader te leren kennen.
Na een lange nachtvlucht en lange eerste dag duik ik vermoeid rond 23.30 uur het Florida-bed in.
Zaterdag 11 okt:
De dag begonnen met twee columns op de site www.renepoels.waarbenjij.nu en een wandeling gemaakt door de mooie stadsbuurt Flamengo en langs het strand. De zon staat hoog aan de hemel en langs het strand staat een straffe wind. In het hotel is het verschrikkelijk druk vanwege de halve marathon van Rio de Janeiro die morgen wordt verlopen. Honderden sporters uit de hele wereld melden zich in het hotel. Op het dak van Florida bij het zwembad lees ik in een adem het zojuist verschenen boek van NRC-journalist Marcel Haenen “Tien paters op Gods grote akker”. Daarin beschrijft Haenen op vlotte en onderhoudende wijze de weg die deze tien toentertijd jongemannen hebben bewandeld om in Brazilië missionaris te worden. Twee daarvan ken ik van het werk bij Sao Martinho: Jan Dam en Piet Janssen. Jan is met acht collega’s uitgetreden en getrouwd. Hij woont in Niteroi met vrouw en dochter. Piet Janssen is nog steeds priester en werkt in een Braziliaanse parochie. Pater Cox (frei Carmelo) heeft Haenen voor het schrijven van dit boek toegang verschaft in zijn uniek Karmelieten-dossier van vele duizenden pagina’s. Een mooiere plek om dit boek te lezen dan Rio de Janeiro is niet te bedenken.
Futebol, de passie van de Braziliaan
Om vijf uur haalt Leo Sales me op voor de voetbalwedstrijd Flamengo Rio de Janeiro (de nr 5 van de Braziliaanse cup) tegen Atletico Mineiro eb Cruzeiro uit Bele Horizonteas (de nr 12) Futebol,zoals de Brazilianen hun sport noemen, is een nationale passie voor jong en oud, rijk en arm. Voetbal verbroedert. In de favela’s, de wijken en in het stadion. Onderweg een ongekende drukte op de wegen naar het wereldberoemde en grootste stadion ter wereld: Maracana. Een heilige plek voor de Brazilianen. Duizenden mensen, getooid in het rood-zwarte shirt van Flamengo, luid scanderend met vlaggen en andere attributen in de hand. In koor wordt het clublied gezongen en meermalen herhaald. Velen dragen immens grote vlaggen mee. Langs de wegen honderden plekken waar de supporter die nog geen shirt, petje of sjaal mocht hebben er eentje kunnen kopen. En overal op en langs de straat worden blikjes bier verkocht. Rook stijgt uit de massa omhoog op de plaatsen waar vlees wordt gegrild. Iedereen heeft het over de wedstrijd! Indrinken gebeurt lopend en zingend. In het stadion is geen druppel alcohol te krijgen. Op de bovenste ring hebben we een vrij exclusieve zitplaats. Als we het stadion binnentreden horen we een oorverdovend gezang dat monotoon maar fanatiek wordt begeleid op enkele grote trommels. Een half uur voor aanvang deint het stadion. Als de 80.000 supporters het clublied voor de zoveelste keer aanhalen en daarbij beginnen te stampen met de voeten en in gelijke tred met duizenden tegelijk met de handen zwaaien beweegt de betonnen vloer onder ons. Ongelooflijk welke trillingen dit spektakel teweeg brengt. Hele families zitten op de tribune en iedereen in clubkleuren. Een paar duizend supporters van Atletico MC probeert met wisselend succes boven deze heksenketel uit te komen. Wat een feest! Spelers en coach worden zingend geroemd. Helden zijn het! En dan begint de match. Bij elk aanraking van de bal door een Flamengo-speler gaat het stadion te keer en het wordt nog luider als de speler de kans verprutst onderstreept door afkeurend gefluit. Buurman Leo schreeuwt het ook uit. Velen maken een kruisteken en kijken naar de hemel, alsof ze God verzoeken een handje te helpen. Het schijnt dat Hij vandaag vrijaf is voor Flamengo. Al snel wordt voor mij als buitenstaander duidelijk dat die van Atletico MC veel beter voetballen. Het wordt 0-1 voor de gasten. Het stadion zwijgt, uitgezonderd de zwart-witten van MC. Bij 0-2 wordt het al rustiger. Ik merk dat ik meer sympathie heb voor de gasten dan voor de thuisclub. Maar dan ineens een flitsende aanval op rechts van de rood-zwarten. Het stadion staat op z’n kop. Horen en zien vergaan. De supporters geloven erin! Ze juichen, schreeuwen, de trommels worden geslagen en alle vlaggen wapperen. Flamengo gelooft erin. Maar de nummer 7 verknalt de kans en wordt vervolgens uitgejouwd. Korte tijd later wordt hij gewisseld. De man krijgt een afkeurend en oorverdovend gejoel over zich hen. Die slaapt vannacht slecht! Anders is het bij de elf van MC die kort voor het einde de derde treffer scoren. Het stadion zwijgt. Velen verlaten vroegtijdig het stadion. In de fanatieke supportersgroep wordt het ontlag van de coach schreeuwend geëist, die twee uur eerder nog de hemel werd ingezongen En als even later de president van de club nog voor het einde, vlak voor ons, de tribune verlaat wordt hij voor rot gescholden en dringend geadviseerd om ook op te stappen. De rood-zwarte vlaggen worden opgerold. Gelaten verlaten de supporters het voetbalparadijs en nemen op straat nog een blikje alcohol. Ze prevelen tegen elkaar over de slechte match en maken daarbij met hun armen ondersteunden gebaren. En een slok uit het blik!
Over twee weken is het weer hetzelfde liedje en komen ze weer massaal naar voetbaltempel om hun helden aan te moedigen. Want zonder voetbal kan een Braziliaan niet leven…. zelfs als ze verliezen. Ook al is het spel niet om aan te zien, een voetbalmatch is een kleurrijk en levendig spektakel dat zijn weerga niet kent.
Zondag 12 oktober;
Dag van het Kind
Rio de Janeiro staat vandaag in het teken van twee gebeurtenissen: het Wereldkampioenschap halve marathon en de Dag van het Kind. Kinderen van de betere families worden overladen met dure cadeaus en gaan uit eten. Ik zie in de straten ouders lopen met onder de arm de te grote nieuwe en fel gekleurde kinderfietsjes. De kleine jongen loopt mee en kijkt trots naar zijn cadeau waarvoor hij voorlopig te klein is. Maar zijn cadeau heeft hij! De kinderen uit de favela’s en de volksbuurten gaan met hun ouders, zoals zo vaak, de straat op om wat te kunnen verkopen of eten te vinden. Om over de straatkinderen maar niet te speken. Voor hen is het nooit Dag van het Kind! Deze dag is niet aan elk kind besteed.
Het Wilhelmus
De meeste gasten in Hotel Florida zijn deze ochtend heel vroeg uit de veren. Gisteren liepen ze al onrustig in sportbroekjes en druk pratend in hun t-shirts met sportieve teksten over marathons in het hotel rond. Vandaag is het Wereldkampioenschap halve marathon in Rio de Janeiro. Atleten uit de hele wereld zijn naar de Braziliaanse metropool gereisd om 21.097 meter te hardlopen. Professionals en amateurs. Maar beiden even fanatiek en gemotiveerd. De start is buiten de stad maar het circuit gaat over de prachtige boulevards can Ipanema en Copacabana terwijl de finish op een steenworp ligt van het hotel op de Flamengo-boulevard. Een paar honderd mannelijk en vrouwelijke professionals gaan van start en in hun kielzog meer dan 15.000 amateurs uit de hele wereld. Het is tien uur in de morgen. De zon staat hoog aan de heldere hemel, het is 30 graden. De vrouwen lopen eerst. Als ik het circuit bereik zie ik in de verte een Afrikaanse atlete ver voorop rennen getooid in oranje shirts. Ze oogt nog fit als ze aan de laatste vier kilometer begint. Op een groot scherm volg ik samen met duizenden toeschouwers het verdere verloop. Mijn interesse wordt nog groter als ik de speaker in drie talen hoor vertellen dat de Afrikaanse die voorop loopt voor Nederland uitkomt. Lorno Kiplagat, de enkele jaren geleden tot Nederlandse genaturaliseerde Keniaanse sportvrouw. Dat moet de sportvrouw zijn die door de Maasbrese schrijver Ton van Reen is geadopteerd! Ze verbeterde de afgelopen jaren het ene na het ander wereldrecord. Ze is getrouwd met haar Noord-Hollandse coach en begeleider. En vandaag, in het verre Brazilië, wint ze het wereldkampioenschap. Hollanda atlete? Vraagt een Braziliaan mij. Ze is toch een Afrikaanse? Hij begrijpt het niet. Korte tijd later gaat de Nederlandse driekleur omhoog en klinkt over de Flamengo boulevard het Nederlandse volkslied. Een trots moment dat ik temidden van de Brazilianen in mijn eentje vier. Mijn applaus heeft Kiplagat waarschijnlijk niet gehoord.
Het Feijoada-soepje
’s Middags te gast bij de 55 jaar geworden Leo Sales. Hij woont midden in Rio in d wijk Laranjeiras in een mooi appartement dat te vol staat met meubels. Een Braziliaans feestje. Met zijn vrouw Maria Angelo, de twee kinderen Bernardo en Jamile en partners, kleinkind Jorge Henrique en meer dan twintig andere familieleden en vrienden. Bij binnenkomst word ik aan iedereen luid voorgesteld door Leo als zijn beste Hollandse vriend terwijl hij mij stevig tegen zijn fors lijf druk. Een drukte van jewelste in het kleine appartement. Iedereen kletst met luide stemmen. De anderhalf jaar jonge Jorge krijgt van een van de tantes een fietsje vanwege de Dag van het Kind. De hele familie staat rondom het prachtige cadeau en het ventje. Maar Jorge kan er alleen maar met lopen. Hij is nog te klein. Het ene blikje bier na het andere wordt aangereikt. Afgewisseld met een Braziliaan drankje. En dan het hoofdgerecht waar Leo al de hele tijd over spreekt; feijoada. De nationale schotel! En typisch Braziliaans gerecht. Bruine bonen en stukjes varkensvlees in een grote pot warm gemaakt en dat geserveerd op rijst. Een overblijfsel van de slaven die rijst met bruine bonen en wat afvalvlees kregen. De Brazilianen hebben er hun delicatesse van gemaakt. Maar voordat er wordt opgediend krijgen de gasten een kopje met het ‘sausje’ waarin de bonen en het vlees zijn gekookt. Het Feijoada-soepje smaakt lekker net als het Braziliaans cocktail Caipirinha: limoen, Cachaca, ijs en veel suiker.
Maandag 13 okt;
De vergaderdag in het Educatief sociaal centrum van Sao Martinho in Lapa begint om 9.30 uur. Het is erg warm met 34 graden. Leo Sales zit op zijn kantoor en wikkelt de zaken af voordat hij definitief SM verlaat. Terwijl we op het kantoor plaatsnemen van het juridisch kinderrechtencentrum Cedeca stapt de provinciaal van de paters Karmelieten binnen, pater Felisberto Caldeira de Oliveira. Hij komt kennis maken met Jan Daniels en mij, complimenteert dat we naar Rio zijn gekomen om te overleggen over de situatie waarin Sao Martinho terecht is gekomen en we mee willen denken over oplossingen. We hebben grote financiële problemen en zoeken een weg om dat samen op te lossen, zegt hij. Vervolgens praten we verder met advocaat Pedro Roberto da Silva Pereira, de coördinator van het juridisch centrum Cedeca, en met zijn collega advocate Vera Cristina Oliveira en Pablo Cleto Silva, een 24-jarige jongen uit de favela Kennedy die bij Sao Martinho is opgevangen en na een studie nu administrator is. Verder is Claudia Guimaraes aanwezig, zij doet de pr en is coördinator van de psychologen. Het juridisch project wordt coöperatief gesteund door VIC België en Stichting Sint Martinus. Het is een zeer belangrijk project dat samenwerkt met andere organisaties (o.a. AMAR en Amnesty International) en opkomt voor de rechten van de straatkinderen zoals die zijn vastgelegd in de progressieve jeugdwet van Brazilië. Alleen voeren politie en staat hun eigen jeugdwet nauwelijks uit. De advocaten doen veel voor individuele gevallen maar ook geven ze juridische bijstand aan families met straatkinderen. Kinderen die willen getuigen dat andere kinderen zijn gemarteld door de politie worden vogelvrij verklaard en staan op de dodenlijst van de politie. Cedeca steunt deze kinderen en doet veel voor politieke beïnvloeding (lobby). We krijgen uitgebreid informatie wat de juristen van Cedeca allemaal doen. Pedro Pereira sluit af met de woorden: dit vak is een roeping.
*Pablo,de ex-straatboy
Op de binnenplaats van het centrum heb ik een interview met Pablo Cleto Silva. Hij is geboren in een van de gevaarlijke krottenwijken, Vila Kennedy, als enigst kind. Na de scheiding van zijn ouders ging het ook met hem bergaf. Hij belandde op straat, werd vaak benaderd om drugskoerier te worden of met criminele jongeren op roverspad te gaan. Hij bracht de discipline op en liet zich niet verleiden. Veel van zijn leeftijdsgenootjes en vriendjes konden de verleiding niet doorstaan en zijn al begraven, zegt hij. Vermoord of gewoon verdwenen. Hij kwam bij Sao Martinho terecht in het werkgelegenheidsproject Mundo do Trabalho, volgde cursussen, ging werken bij Electro Bras en liep stage bij Cedeca. Hij werkt er nu en volgt en cursus voor advocaat. Zijn droom is om straks ook de rechten van de armen te kunnen verdedigen als advocaat. Hij trouwt vrijdag voor de wet met Isabela (24) en gaat voorlopig wonen bij moeder in de krottenwijk. We spreken af dat we donderdag deze favela bezoeken en kennis maken met zijn moeder. Zijn verhaal wordt verder uitgewerkt voor het nieuwe boekje van Sint Martinus.
*Straathoekwerk Sao Martinho
Vanmiddag met vijf educadors van São Martinho op pad in het centrum van de stad. De maatschappelijke werkers hebben muziekinstrumenten bij zich en lesmateriaal. Onderweg komen ze in contact met de achtjarige Izaak. Hij vertelt waar zijn groep verblijft. Korte tijd later zijn de straathoekwerkers in de weer met een groep van twintig kinderen. Er wordt muziek gemaakt en gepraat over de rechten van het kind. Op de vraag of ze wel eens ervaring hebben gehad met geweld op straat komen de verhalen los. Het geweld tegen de kinderen neemt toe, zeggen de eduadors uit ervaring. De kinderen laten littekens zien en nog verse wonden. Adriana (19) vertelt dat haar broer door de politie is meegenomen en mishandeld. Adriana is met haar twee zusjes in het park: Pricilla (12) en Viviana (15). Vader is al heel lang uit het gezichtsveld van deze drie meiden verdwenen en toen moeder tien maanden geleden overleed stonden ze letterlijk en figuurlijk op straat. Zo heeft elk straatkind zijn of haar eigen verhaal. Terwijl we praten met deze groep passeren enkele straatmoedertjes. Drie kindjes lopen mee en het meisje dat nog een baby op haar armen draagt is hoogzwanger. Haar dikke puntige buik steekt boven haar rokje uit en onder haar t-shirt. Mensonwaardig! Ze lopen verder, waarheen weet niemand. Na een uurtje zingen, dansen, tekenen en praten –vorming op straat- worden de kinderen uitgenodigd om naar Lapa te komen. Daar kunnen ze zich douchen en een potje voetballen. Eten is er niet sinds de keuken van Lapa dicht is nadat de gemeente Rio het geld heeft ingetrokken bij alle ngo’s voor de warme maaltijden voor de straatkinderen. De straathoekwerkers die ’s morgens op pad gaan hebben lunchpakketten bij zich.
*Overleg over situatie Sao Martinho met de proviniaal
Om vier uur praten Jan Daniels en ik met de baas van de paters, frei Felisberto (de provinciaal) en pater Valter Ruben (de coördinator voor Sao Martinho). Tijdens het lange gesprek wordt gesproken over de financiële problemen en hoe de paters die willen oplossen. Maar voorop zeggen de twee paters in koor dat wat de Karmelieten betreft Sao Martinho blijft bestaan al moet het flink worden afgeslankt. Wij laten SM niet vallen, zeiden ze. Maar ze zeggen ook: als we het niet rendabel kunnen maken moeten we verder inkrimpen. SM moet op den duur zelfsupport zijn. SM moet gerevitaliseerd worden, zijn hun woorden.
Een kleinere organisatie, met minder mensen en minder huizen en meer werken met de kinderen op straat. We willen weer een stabiele organisatie.
Op onze nadrukkelijke vragen laten de paters weten dat de projecten die VIC België en Stichting Sint Martinus thans steunen blijven gehandhaafd.
De hoogste raad van de paters in Brazilië gaat samen met een werkgroep van coördinatoren van SM de plannen voor de toekomst uitwerken. Het sociaal centrum in Lapa blijft het hart van de organisatie waarvan uit de activiteiten worden begeleid en waar nog af en toe kleine groepjes straatkinderen komen om zich te verschonen of om te communiceren met de maatschappelijke werkers of een van de juristen. Ook het Wooden Toy Poject blijft gehandhaafd al is een deel van de activiteiten ook verplaatst naar Vincente de Carvalho. De provincie zal dat VIC en Sint Martinus ook schriftelijk laten weten.
Om zeven uur nemen we afscheid van de paters. Jan Daniels loopt rechtstreeks naar de universiteit waar hij een hbo-opleiding volgt ‘marketing ngo’ en ik ga met de metro richting hotel waar ik een duik in het zwembad neem. ’t Mooi geweest!
Dinsdag 14 oktober:
We beginnen de dag met een gesprekje met Leo Sales over de situatie bij Sao Martinho en zijn ontslag. Vervolgens rijden Jan en ik naar Casa Don Helder Camara in het stadsdeel Grajau bij onze bevriende straatkinderorganisatie AMAR zetelt. Na een hartelijk ontvangst door zuster Adma maken de jongens en meisjes uit de favela’s, die vanochtend vorming krijgen, het traditionele begroetingsdansje. Daarna gaan we naar Casa Klavin waar de financieel directeur Mario Norais van Amar zijn kantoor. Speciaal voor de Nederlandse organisatie NCDO heeft hij honderden kopieën laten maken van alle facturen en bankafschriften t.b.v. de nieuwbouw van Casa Cristovoa, een nieuw educatief opvangcentrum voor straatkinderen. Dankzij een forse gift in Nederland heeft onze stichting dit project opgepakt en kunnen betalen en mede dankzij de medewerking van NCDO en Wilde Ganzen. Begrijpelijk dat er verantwoording moet worden afgelegd, maar ik vraag me af wie deze dossiers echt gaat nakijken.
In Cas Klevin is ook de kokschool gevestigd en dat treft. Zij verrassen ons op een Braziliaans diner.
In de middag bezoeken we (Jan Daniels, Jeannette Bouwmans en ik) de grote jeugdgevangenis Instituto Padre Severino. Dat doen we samen met de theoloog Roberto dos Santos, een van de stichters van Sao Martinho en AMAR, die wekelijks onder het mom van catechese met tachtig jongens in de leeftijd van 12 tot en met 18 jaar contact heeft in de gevangenis. Het strenge beleid in deze gevangenis en de snelle aanleiding dat jongens hier worden vastgezet staat ter discussie in Rio. In dit complex zijn in het verleden meerdere jongens gefolterd en doorgemarteld door militaire bewakers. Achter op het terrein ligt een zwembad! Daar zijn jongens in het water gezet en onder toeziend oog van de medegevangene ondervraagt. In sommige gevallen liep dat uit de hand en werden ze kopje onder gehouden tot de dood erop volgde. “Zo zien jullie wat er met jullie ook kan gebeuren”, werd gezegd. Jan Daniels kent deze verhalen uit het verleden. De lobby en publieke discussies hebben ertoe geleid dat er geen militairen meer zijn maar alleen burger gevangenispersoneel; mannen en vrouwen. Wat nog vaak mis gaat is het feit dat kleine diefjes –stelen van een paar slippers- brut worden opgepakt, geslagen en naar de gevangenis worden gebracht. Rond kerst en Nieuwjaar en Carnaval puilen de gevangnissen uit. Het ‘tuig van de straat’ past niet in het toeristisch beeld van deze metropool. Dan maar even achter slot en grendel, voor het minste of geringste vergrijp. Ze mogen hier maximaal 48 dagen opgesloten blijven, maar er zijn verhalen van kinderen die anderhalf binnen deze muren hebben geleefd. En dat in een land met de progressiefste jeugdwet ter wereld waarin staat dat kinderen niet in de gevangenis thuishoren maar opgevangen moeten worden in sociale projecten.
De verhalen kennende van de gevangenissen in Rio oogt dit instituut niet slecht. Het ziet er proper uit. De gebouwen binnen de hoge muren zien er ook redelijk goed uit. In de verte zien we twee armen uit de tralies steken. De handen maken een groetend gebaar. Roberto, boa tarde (goedemiddag), roept een stem vanuit een donker cel. Een jongen van dertien zit in de cel met drie grotere. Hij wil zijn praatje even kwijt. Rechts zijn twee grot celzalen waar dertig jongens op elkaar liggen. Op bedden van betonnen, zonder matras. We zien achter de blauwe tralies ontblote bovenlichamen en handen bewegen.
Normaal zijn de bijeenkomsten van Roberto bij deze ruimtes maar vanwege werkzaamheden met de drilboor kan het vandaag niet. We worden naar lokalen achter op het complex verwezen. Prima gebouwen, deze sociale ruimtes! Korte tijd later komen onder toeziend oog van twee begeleiders/bewakers (spijkerbrok t-shirt en mobilofoon) dertig jongens. Ze hebben allemaal dezelfde donkerblauw broek –zonder zakken- aan en een grijs/blauw T-shirt met voorop het embleem van het gouvernement Rio de Janeio en achterop de afkorting I.P.S. met daaronder de uitleg: Instituto Padre Severino. Ze lopen keurig zwijgzaam in de rij en nemen plaats op de stoelen die in een kring gereed staan. Voor de jonge gevangen zijn de ontmoetingen met Roberto momenten dat ze even op een andere tekst komen en kunnen praten met mensen van buiten het gevang. Meer dan eens krijgt Roberto verhalen te horen van brutale en onmenselijke bewakers. Roberto gaat daarmee aan het werk, meestal met succes.
Nadat iedereen hand-in-hand staat begint deze bijzondere sessie. Iedereen stelt zichzelf voor, ook de gasten. Er wordt een beetje gebeden en gezongen. Tussendoor vertelt Roberto over goed en slecht, over liefde en haat, over vriend en vijand. Hij houdt ze voor dat ze straks weer de vrijheid krijgen en hoopt dat ze sterker uit de gevangenis komen dan erin. Op de vraag welke obstakels de jongens na vrijlating verwachten komen de ‘boefjes’los. Ze roepen, dure auto’s van de drugsmaffia, criminaliteit, drugs, sex. Roberto springt daarop in en zegt dat de vrijheid die ze straks krijgen wel met hoofdletters moet worden geschreven. “Je moet zorgen dat het jouw vrijheid is en geen zogenaamde vrijheid onder het juk van drugsmaffia en criminelen. Strijd voor je eigen vrijheid en als je daarbij hulp nodig hebt kom je naar Sao Martinho of AMAR. “Maar de verleiding is wel groot om te stelen voor de familie”, reageert en jongetje van 15 jaar. Waarop Roberto zegt dat je alleen moet luisteren naar echte goede vrienden. Hij onderstreept dat met de waar gebeurt verhaal van een grote brand in een huis. Een kind stond moederziel alleen in het raam van de tweede etage omringd door vuur. Omwonenden hadden het springzeil uitgespannen en riepen: spring. Het meisje durfde niet. Toen even later de vader ten tonele kwam en hetzelfde riep sprong het kind in de armen van het meisje. Het kind vertrouwde de vader!
Jullie moeten vijanden vaarwel zeggen en vrienden koesteren. Wie heeft er bezoek gehad? De meeste schudden neen. Een jongen zegt: mijn moeder komt elke zondag. Kijk, zegt Roberto, dat is echte liefde. En kijkend naar de jongens die geen bezoek hebben gekregen zegt hij: waar zijn jullie maten gebleven, die laten je hier barsten! Dat zijn geen vrienden! Die laat je straks links liggen!
En zeg straks niet dat je geen werk kunt vinden? Zelfs straatkinderen vinden werk door schoenen te poetsen of snoepjes te verkopen. En bij de straatkinderorganisaties kun je altijd beroepscursussen volgen. Maar je moet het wel zelf doen.
Dan volgt een spel als Roberto een verhaal voordraagt en de jongens zinnen moeten afmaken. De winnaars krijgen en reepsnoep. Ze hebben de grootste lol, Roberto en zijn ‘boefjes’. Langzaam nadert het einde van deze twee uur durende sessie als Roberto vraagt aan de groep of iemand een getuigenis wil afleggen. De knul naast mij staat op, neemt staande plaats naast Roberto, legt zijn hand op Roberto’s schouder en verhaalt over een brute overval op zijn zusje die vervolgens werd verkracht onder zijn ogen. Hij zit al voor de zesde keer vast in deze gevangenis, Zijn specialiteit buiten het gevang, zegt hij met de flair alsof hij een conference voordraagt, is auto’s openbreken. Gelach! Maar dit is de laatste keer dat ik hier ben. Ik wil gaan studeren, geld verdienen en mijn moeder gaan helpen. Er volgt een spontaan applaus dat zelfs twee bewakers achter in het lokaal even moeten opkijken. Roberto zegt daarop dat je het wel zelf moet doen, maar dat iedereen die kracht heeft. Sommige van jullie hebben al met wapens gelopen. Jullie hadden de energie om dat te doen. Als je die energie hebt,hebt je ook de kracht om het wapen te laten liggen.
Aan de ander kant van de groep vraagt de jongste, net 13 jaar, de aandacht. Hij wijst naar buiten. Boven op de vijf meter hoge gevangenis omheining lopen door de rollen pikkeldraad enkele kleine aapjes. Zo vrij als een vogel! Even willen de jongens wel aapje zijn……Gelach!
De sessie loopt ten einde. Als gast word ik onverwacht door Roberto uitgenodigd om de jonge gevangenen toe te spreken. Daar sta je dan! In de wetenschap dat voetbal alles is voor de Braziliaan memoreerde ik het bezoek zaterdagavond aan de voetbalwedstijd van Flamengo in het Maracana. Ze verloren! Dat onderstreepte ik met een wegwerp gebaar. Na afloop waren de 80.000 bezoekers teleurgesteld maar droegen het verlies als één grote familie, wetende dat er weer een dag komt dat ze winnen. Instemmende geluiden. Jullie kunnen deel uitmaken van die grote familie die plezier heeft in het leven. En ik hoop dat als ik nog een keer een bezoek breng aan Brazilië jullie allemaal studeren of al een goeie job hebben en als je echt je best doet misschien wel president van Brazilië bent.
Applaus! Alle jongens komen vervolgens een hand geven al dan niet begeleid met een knipoog, een schouderklop en de mededeling dat ik hun amigo (vriend) ben! In een klap heb ik er dertig Braziliaanse vriendjes bij.
Woensdag 15 okt:
Rond de klok van acht uur met straathoekwerker Leandro (28) van AMAR slapende straatkinderen wekken in de buurt van het grote trein/metrostation van Rio de Janeiro. Op het trottoir achter het station ligt Ronaldo op oude kranten en onder een dun laken. Met moeite krijgt Leandro de knul wakker. Hij oogt afwezig. De straathoekwerker blijft praten. Vanwege de hitte zijn de meeste kinderen al naar het park of naar het nieuwe huis van AMAR Sao Christovo, vertelt Ronaldo. Hij belooft naar het park te komen.
We wandelen met Leandro verder en proberen ons een weg te banen tussen de veel duizenden mensen van de ochtendspits die vanaf het station hun weg zoeken naar kantoren, bedrijven of winkels. Richting centrum gaan we naar Lapa om nog meer kinderen te wekken en uit te nodigen voor de lunch (broodje met vruchtensap) en enkele activiteiten. Onder het aquaduct bij Lapa (naast het educatief centrum van Sao Martinho) slapen drie jongens op een stoep. We zien twee politiemannen naderen die de jongens lomp en hard in buik trappen en op rug stompen met hun militaire schoenen aan. De kinderen, Emerson (10), Urratan (13) en Patrick (10) zijn in een klap wakker. Dat gebeurt in een land met de meeste progressiefste jeugdwet van de wereld. Op papier! Veel politiemensen leven en handelen nog zoals ze dat gewend waren tijdens de militaire dictatuur. De drie kinderen krijgen te horen dat ze meteen moeten oprotten en niet meer mogen terugkomen, anders worden ze vermoord, is de harde boodschap. Waar moeten deze jongens heen, mijnheer(!) de agent? De jongens zien Leandro en zoeken bij hem bescherming. Het centrum van Rio moet en zal verschoond blijven van straatkinderen met het oog op de burgemeestersverkiezing en het naderende toeristenseizoen. Later die ochtend treffen we een groep van 10 straatjongens in het Park Parijs, gelegen tussen het stadscentrum en het strand. De kinderen krijgen brood en drinken terwijl de straathoekwerkers contact proberen te krijgen. Enkele jongens zijn zwaar onder de crack, een chemisch afvalproduct van cocaïne en nu volop in de handel in Rio. De kinderen worden van dat spul agressief en na veel gebruik is het zelfs dodelijk. De crack is een van de grootste vijanden op dit moment, zegt Leandro.
Wat motiveert mensen als Leandro om dit werk te doen. Is het geen druppel op die bekende gloeiende plaat. “Neen, neen”, zegt hij resoluut. “Ik heb een persoonlijke en een sociale motivatie geïnspireerd door mijn politieke en maatschappelijke opvattingen. Er leven ruim zevenhonderd echte straatkinderen dag en nacht in de openlucht onder erbarmelijke omstandigheden. Ze hebben dringend hulp nodig. Als wij het niet doen, doet niemand het en wordt deze probleemgroep alleen maar groter. Bovendien is er geen toekomst: de meeste kinderen worden of doodgeschoten of gaan het criminele pad op. De officiële instanties prediken het beste maar doen niets. We geven deze kinderen een kans. Als we een klein deel van de groep kunnen redden is dat al winst. Elk kind is het waard om voor te strijden. Als wij opgeven is er niemand die wat doet. Als we met AMAR elk jaar zestig straatkinderen echt kunnen helpen door ze drugsvrij en van de straat te krijgen en naar school te sturen of om te gaan werken laten we de rechtse politici in Rio de Janeiro zien dat het kan: wij zijn een voorbeeld organisatie voor de overheid hoe je deze kinderen moet helpen: niet door de schoppen, ze te verjagen of dood te schieten maar door ze een sociaal programma aan te bieden”.
Na verloop van tijd komen enkele jongens wat los en gaan ze met de leiders vliegers maken en vervolgens oplaten. Ze kunnen vliegers kiezen met het embleem van hun favoriete voetbalclub. Het werken met de vliegers werkt geweldig positief. De kinderen die nauwelijks enige concentratie hebben maken samen met de sociale medewerkers van AMAR deze vliegers en vervolgens gaan ze vliegeren. Dat vergt veel kunst en vliegwerk. Constant maken ze trekkende bewegingen aan het dunne vliegertouw om hun vlieger hoog te houden. De kinderen beleven veel plezier. “Spelender wijze wordt op deze wijze concentratie bijgeleerd”zegt Leandro. Half twaalf is het einde van de sessie en worden de kinderen uitgenodigd naar het nieuwe thuis te komen. Daar krijgen ze warm eten en kunnen maatschappelijke werkers werken met hen. Omdat een combi bij AMAR ontbreekt moeten de kinderen te voet, kilometers verderop, of –illegaal- de bus nemen om,dat ze geen geld hebben.
Later zitten we aan tafel in het nieuwe huis Sao Cristovao (gebouwd met geld van de Stichting Sint Martinus dankzij een grote gift van een scheidende specialist cardiologie uit Nuenen en medefinanciering van NCDO en Wilde Ganzen). Het is een prachtig functioneel gebouw waar op dit moment vijftig –veelal favela kinderen en straatkinderen- een dagprogramma volgen. Samen eten we Braziliaanse kost met de straatkinderen. Tijdens het eten melden zich enkele straatkinderen die we eerder bij het vliegeren zagen.
Vervolgens brengen we een bezoek aan een bijzonder project buiten de stad in de favela Cidade Nova in Baixada. En s’avonds zijn we uitgenodigd door zuster Adma, een van de drie stichters van Sao Martinho en AMAR, voor een etentje in Hotel Nova Mundo. Om half elf ben ik terug op mijn logeeradres in Casa Dom Helder in de wijk Grajau.
Donderdag 16 okt:
De taxi brengt mij deze morgen voor 20 reals naar Grajau (in het noordelijke deel van de stad) naar het Socio Educativo Sao Martinho in Lapa, het centrum van de stad. Daar heb ik een afspraak met Pablo Cleto Silva. Hij is een favelajongen die zich heeft opgewerkt tot administator bij het mensenrechtencentrum van Sao Martinho. Samen met Jeannette Bouwmans ga ik met Pablo in het MIVA-busje van SM naar de favela Villa Kennedy, veertig kilometer buiten Rio. Een stadje met 200.000 inwoners dat in de jaren zestig geholpen is door de Kennedy-clan met geld voor infrastructuur en sportvoorzieningen. De stadsbewoners zijn de Amerikaans presidentsfamilie zo dankbaar dat ze voor het stadje een nog altijd fors miniatuur Vrijheidsbeeld hebben geplaatst.
Na een uur rijden door het zeer drukke verkeer arriveren we bij het familiehuis van Pablo in Villa Kennedy. Het ziet er in dit stadje allemaal wat troostloos uit. Er is vandaag markt. Maar de meeste mensen hebben geen werk omdat er geen werkgelegenheid is. Dat is ook een van de redenen dat veel jongeren naar Rio trekken en kiezen voor een straatleven in de hoop dat ze daar wat vinden.
Op het binnenplaatsje van het ouderlijk huis van Pablo zitten twaalf jongeren. Dan komt mamma tevoorschijn. Een vrolijke vrouw. Ze vertelt dat ze elke morgen en middag een groep kinderen en jongeren op bezoek heeft om op eigen niveau wat sociaal werk te doen. Ze discussieert met hen over drugs en seksualiteit en de verleiding daarvan. Anders gaan ze de straat op en verdwijnen ze in de drugswereld of de criminaliteit, is haar redenatie. Ze is erg trots op haar zoon Pablo die alle verleidingen heeft doorstaan en is gaan studeren dankzij Sao Martinho in Rio. “Het project Mundo do Trabalho van SM heeft mijn zoon gered en sturing gegeven”, zegt ze trots. “Pablo is een goed voorbeeld voor de hele familie en de buurt.” Volgens Pablo is 60 procent van de kinderen van het SM project Mundo do Trabalho afkomstig uit Villa Kennedy.
Hun stenen huis van de familie was vroeger een ruimte van drie bij drie meter. Dankzij de inkomsten van Pablo kon het huisje langzaam worden uitgebreid. En ook de betegeling van de keuken is dankzij de inkomsten van Pablo gerealiseerd. Omdat vader en moeder jaren geleden al zijn gescheiden zorgt de jongeman voor het inkomen..
Morgen is het feest. Pablo gaat trouwen met een meisje uit de buurt: Isabella Marins de Souza Nevers. Pablo en zijn moeder laten trots een bannier zien waarop het verliefde koppel staat afgebeeld. Vandaag koopt Isabella haar jurk. Geen dure trouwjurk want Pablo en Isabella hebben geen geld voor grote uitgaven te doen. De bruiloft wordt sober gevierd. Ze gaan samen met wederzijdse ouder (zijn vader is er ook bij) naar de notaris om het wettelijke huwelijk te bevestigen. En dan gaan ze naar hun huisje in Villa Kennedy om een beetje te eten en te drinken. “Maar we hebben geen geld om gekke dingen te doen”, zegt de moeder. Na de feestdag trekken Pablo en Isabella zich terug voor de bruidsnacht en gaan ze daarna even inwonen bij de moeder. Elders in het stadje worden twee huurhuizen gebouwd waarvan het jonge stel er een krijgt. Over een maand hopen ze daar in te kunnen trekken.
Dan viert Pablo ook zijn 25ste verjaardag en hij wil dat doen op het sportcomplex midden in de stad. Voor zijn feest nodigt hij alle vrienden en bekenden uit. Ze nemen, volgens goed Braziliaans gebruik, allemaal zelf drank en voedsel mee. Terwijl we onderweg zijn naar zijn nieuw huisje stop het volkswagenbusje af en toe zodat Pablo vanuit het open raam bekenden kan uitnodigen voor het feest. Pablo is een bekende jongen uit het dorp, iedereen zwaait en groet.
’s Middags zijn we te gast midden in de stad bij het circus Circo Crescer e Viver: dat zovel betekent als groeiend leven. Ik interview daar de oprichter en clown Vivicius Daumac over de achtergronden van deze bijzondere circusschool. Ze is bedoeld voor favelakinderen die naast het reguliere onderwijs nog iets extra’s willen. De een voetbalt, de andere gaat op muziekles of samba-cursus en hier kunnen de kinderen ook kiezen voor het circus. Kinderen en jongeren in de leeftijd van 6 tot 24 jaar zijn er actief op verschillende niveaus en workshops. Niet om het circusvak te leren maar om samen op een sociale manier bezig te zijn. En sommige jongeren doen het zo goed dat ze inderdaad naar een echt circus gaan. “We leren ze vooral ook samenwerken. Maak maar een menselijke piramide. Dan is elke schakel belangrijk. Iedereen krijgt dus een deelverantwoordelijk. Dat is ook goed voor de sociale ontwikkeling van de kinderen”. We geven favela kinderen de gelegenheid om zich te ontwikkelen in de vrije tijd. En daarmee voorkomt de circusschool dat deze kinderen uitzwerven op straat.
In de piste hangt Dheyson (17) in de groene cicusgordijnen. Hij verricht er allerlei vrij moeilijke acrobatische kunstjes. Hij is al drie jaar bij het circus. Op de tv zag hij Cirque Soleil en toen zei hij tegen zijn moeder dat hij zoiets ook wel wilde. Korte tijd later hoorde zijn moeder van Circo Crescer e Viver en duurde het niet lang meer voordat hij zich aanmeldde. Hij is nu al zo ver dat hij de jongste van de circusschool al les geeft. En zijn grote wens is om ooit een keer in de piste te mogen staan van het echte Crique Soleil
’s Avonds ga ik met Roberto, twee straathoekwerkers en de twee Nederlandse studenten Merel en Riette op nachttocht in de stad op zoek naar straatkinderen. We wandelen door een zee aan mensen. Ongelooflijk wat een drukte in de avondspits. Hier en daar liggen arme families met baby’s te slapen onder dekens. Maar dat is niet de doelgroep van AMAR. Veel kinderen zien we deze avond niet. Volgens Roberto worden de straatkinderen met succes door de politie uit het centrum verdreven vanwege het toeristisch seizoen.
Een taxi brengt me weer keurig terug naar casa Don Helder Camara. Tijdens de rit laat hij duidelijk merken dat hij voor voetbalclub Fluminese is omdat de andere stadsclub, Flamengo, een slechte club is.
De taxi stopt voor de deur van mijn logeerhuis als ik op de achtergrond mitrailleur geluiden hoor. Afkomstig uit de gevaarlijke favela Morro dos Macacos, oftewel Apenheuvel. Vroeger was daar de dierentuin gevestigd en op deze heuvel stonden de apenkooien. De dierentuin sloot, de apenkooien bleven achter. Daarin vestigde zich de eerste bewoners van deze favela die inmiddels wordt geleid door de drugsmaffia. De politie durft er -zelfs gewapend- niet in. ’s Nachts hoor ik enkele keren mitrailleur geluiden. Je zult er maar op de Apenheuvel wonen.
Vrijdag 17 okt
Met Jan Daniels ga ik vandaag naar het voorstadje van Rio, Mesquita, om daar de officiële start en ondertekening van een convenant mee te maken om jonge delinquenten niet meer in de gevangenis te plaatsen maar een alternatieve straf aan te bieden. We staan ruim een uur vast in de file. Maar dan komen we uiteindelijk rond het middaguur aan in een klein smal gebouw dat ooit als kerk dienst heeft gedaan. Daar preekte destijds een Belgische pater tegen de dictatuur. De man werd vervolgens gezocht en hij vluchtte via een klein luikje boven in het kerkje. Daar verbleef hij enkele dagen terwijl de militairen gewapend naar hem zochten. De priester is niet gevonden en ging daarna weer door met zijn strijd tegen de militaire dictatuur. Het is een symbolisch plek voor de organisatie Pastoral do Menor (Pastoraal voor het Kind) dat vanuit hier in de deelstaat RIO zorgt dat de rechten van het kind worden gewaarborgd. Deze organisatie is ook een van de initiatiefnemers van het alternatieve HALT project. Hun leidster is Fatinha Pereira DaSilva (43), een zeer bijzondere en strijdlustige vrouw. Met haar rijden we naar de grote zaal van de gemeente waar de plechtigheid zal plaatsvinden. Vertegenwoordigers van de deelstaten, gemeenten en sociale organisaties zijn aanwezig. Als buitenlandse gast en als medefinancier van het mensenrechtencentrum Cedeca word ik uitgenodigd om in het forum zitting te nemen en de mensen toe te speken terwijl de camera van de regionale tv draait. Een bijzondere happening waarvan ik op de site www.waarbenjij.nu uitgebeid verslag heb gedaan. Tijdens deze bijenkomst wordt duidelijk dat recentelijk twee straatkinderenorganisaties zijn gestopt waaronder de organisatie van het aartsbisschop. Omdat het geen opbrengsten genereerde! AMAR is nu een van de grootste organisaties samen met de inmiddels afgeslankte Sao Martinho beweging
’s Avonds zet Jan mij af bij het appartement van Leo Sales. Ik heb mij er al gesetteld als Leo thuis komt. Hij heeft de deur bij de paters Karmelieten definitief achter zich dicht getrokken en staat nu op straat zonder baan. Leo is het slachtoffer van de bezuinigingen van de paters.
We wandelen naar een pizzarestaurant waar we niet alleen lekker eten maar ook uitgebreid over de situatie praten. Omdat mijn logeerbed in zijn appartement langs een zeer drukke weg ligt komt er van slapen niet zoveel terecht.
Zaterdag 18 oktober
Om zes uur het bed uit, ontbijten en naar Niteroi waar we de Sao Martinho chauffeur en klusjesman Ruben ophalen. We gaan met z’n drieën naar Baxaca –honderd kilometer in noordelijke richting- om een bezoek te brengen aan Zicca en Louis Jesoirens. Beide religieus geweest, uitgetreden en getrouwd en een Braziliaans kind aangenomen. Ze zijn beiden rond de 80 en doen nog veel sociaal werk bij een arm plattelandsschooltje en in een gehandicapten project. Daarbij krijgen ze af en toe van de stichting Sint Martinus. Het is weer een dag als vanouds bij Louis en Zicca: praten, lachen, anekdotes uit zijn rijk religieus verleden, nog harder lachen en dan ineens weer een heel serieus gesprek en natuurlijk goed eten en drinken. Dat het vandaag regent is niet zo erg met zo’n warme ontvangst.
Op de terugweg bezoeken we nog even het huis van Rubens in een van de favela’s aan de rand van Niteroi. Trots tonen hij en zijn vrouw hun onderkomen. De vrouw des huizes zet koffie en trakteert op de nog niet helemaal doorbakken cake die nog in de oven stond. Maar de geste is goed bedoeld.
Vermoeid val ik om zeven uur op bed en krijg ik later op de avond (nog voordat de klok een uur vooruit wordt gezet) een lichte lunch aangeboden. Maria Angela en Louis en dochter Jamille doen hun uiterste best om hun Nederlandse vriend te verwennen.
Zondag 19 oktober
Het regent in Rio als ik wakker wordt in het appartement van Leo Sales. Ook kleinzoon Jorge Henrique logeert er omdat dochter Jemille vandaag een toelatingsexamen doet bij de civiele politie. Na een door Leo gemaakt diner (kabeljauw uit de oven en speciale aardappelen en rijst) neem ik voor de laatste nacht mijn intrek in hotel Florida. Daar ontmoet ik ’s avonds Teja Muller-Vroom uit Venlo die in een stadje verderop samen met haar Zwitserse man een atelier heeft van edelstenen. Met haar uit gegeten in een chique restaurant aan de boulevard en goed bijgepraat over het bedrijf, kinderen, de paters, de straatkinderen en de Brazilianen en Midsummer-pop festival in Meerlo dat ze vroeger ook bezocht.
Maandag 20 oktober
De trip zit er op. Een geslaagde missie. Met Air France vlieg ik om half zes in de avond richting Parijs en vandaar uit naar Dusseldorf waar ik om 11.00 uur arriveer. José en vriend Henk Broers wachten mij op.
Voor de liefhebbers: op de site www.renepoels.waarbenjij.nu zijn enkele uitgebreidere verhalen over situaties en straatkinderen te vinden die ik heb geschreven tijdens het verblijf in Rio de Janeiro. Reacties zijn welkom: rag.poels@home.nl
Rio de Janeiro/Meerlo, 20 oktober 2008 René Poels, Stichting Sint Martinus
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley